maandag 30 januari 2012

Droom je leven, leef je droom

In het holst van de nacht spinnen de hersenen je lievelingsgedachten tot een web, dat als hartenwens geboren wordt als je ontwaakt: de droom is een feit.
En dan ben je reddeloos verloren. Hoe hard je het ook probeert, nu de droom de overgang van onderbewustzijn naar bewustzijn heeft gemaakt, is er geen ontkomen meer aan. In plaats van dat je de droom najaagt, jaagt de droom jou na, dag en nacht, ongeduldig wachtend op vervulling.

Jarenlang kwamen ze voorbij op plaatjes, in documentaires, ansichtkaarten, kalenders en in verhalen, waarop mijn hart telkens weer een sprongetje maakte om me aan de droom te herinneren: zwemmen met wilde dolfijnen. Maar pas toen mijn vader in september 2007 stierf en met hem een aantal van zijn onvervulde dromen begraven werden, realiseerde ik mij dat ik het niet zo ver mocht laten komen.

Oudejaarsdag 2007 voer ik in een boot langs de kust van Hawaii en spande mijn moeder over de zee, de prachtigste regenboog ooit, om mij te troosten. Het voelde alsof haar grenzeloze liefde in kleuren op mij neerdaalde.
‘Je zal zien dat mijn vader me zo een walvis stuurt,’ grapte ik tegen een reisgenoot. Minuten later rees uit de turquoise wateren van de Pacific Ocean, een bultrugwalvis met baby die samen een fantastisch schouwspel opvoerden. Mamma leerde de kleine uit het water te springen en de mislukte acrobatische toeren van de miniwalvis waren ronduit aandoenlijk.


Later die dag kwamen we een grote school spinner dolfijnen tegen, die bewust draalden en midden in die oneindig grote oceaan er voor hadden gekozen contact te maken met het vreemdste zoogdier aller tijden: De mens.
Onmiddellijk werd ik aangetrokken door een moeder en baby dolfijn en gewapend met snorkel, duikbril en flippers deed ik verwoede pogingen zo dicht mogelijk bij hen te komen, wat gezien de snelheid waarmee ze zich kunnen verplaatsen, niet echt lukte. Ik was zo gefocust op die twee prachtige dieren, dat ik niet door had dat ik omringd werd door andere dolfijnen: achter me, onder me, voor me. Van opzij kwam een dolfijn die rakelings voor me langs zwom op een paar centimeter afstand van mijn gezicht. Ik keek in zijn ogen en zag de oneindigheid.

Ik vierde oud en nieuw onder een met sterren bezaaide hemel op Hawaii. Ik vroeg de vuurgodin Pele de wens te vervullen die ik op een papiertje geschreven had en vervolgens aan haar vreugdevuur geofferd had.

‘De zin van het leven is om jouw cadeau te vinden, het doel van het leven is om dat cadeau weg te geven,’ was de boodschap van de dolfijnen die me inspireerde.

In de droevigste periode van mijn leven, op de bodem van de diepste put, vond ik mijn eigen mooiste cadeau. Op mijn papiertje voor Pele stond geschreven: 'Ik wens dat ik dit cadeau mag delen, in een boek dat gepubliceerd zal worden, zodat heel veel mensen het zullen lezen en van dit cadeau kunnen genieten.'

‘Wie duft nog te beweren, dat dromen bedrog zijn?’

 



Ria Schopman is Growing A Book called Alea

Geen opmerkingen:

Een reactie posten